Cultuurplatform
van Urgent.fm
en cultuur- en onderwijspartners van de stad Gent

contact
partners

Gent Jazz Vrijdag 11/07 -- Review

NONE | MUZIEK
vr 11.07.2014 | 13:00

door Elien Arckens

Buiten regent het, maar wij zitten veilig droog binnen in het chique Reylof hotel waar tijdens Gent Jazz elke middag een lunchconcert op het programma staat. De lunch (voorgerecht: varkens procureur met doperwt, tomaat en kropsla; hoofdgerecht: gemarineerde zalm met rode biet, haringkuit en bouillon van appel ajuin; dessert: frambozen met cuberdons, rabarber en olijfolie) was jammer genoeg niet gereserveerd voor de Tumult reporters, maar wel een heerlijk apéro jazz concertje. Bovendien spotten we zo al enkele artiesten (waaronder de internationaal gegeerde saxofonist Robin Verheyen, die later die avond nog zou optreden met de band TaxiWars), want het Reylof biedt ook slaapplaats aan alle artiesten. (Jammer genoeg voor de Tumult reporters ook geen toegang tot de slaapkamers.) Op dag 2 van Gent Jazz werd het lunchconcert alvast verzorgd door trompettist Bart Maris en  accordeonist Stijn Bettens. Bart, oud-docent van Stijn aan het conservatorium, geeft duidelijk de voorkeur aan het vrije samenspel zonder partituur waardoor een mooie samenwerking ontstaat tussen de twee muzikanten, die nu al tien jaar stand houdt. Met een koffie in de hand was het genieten van hun hommage aan Gus Deloof en Gus Viseur.

 

Enkele uren en liters regenwater later bevinden we ons op de Bijloke site, waar het eerste optreden van de avond ingejazz’d werd door de conservatorium band Medes. Hun line-up (Jazz Schramz; Same Difference; Advocado Tomato) is gevarieerd, ook al brengt elk nummer opnieuw de geslaagde kwartet-symbiose van het volledige scala aan uitgepuurde instrumentgeluiden. Waar de drummer het geheel samenhoudt, de trompettist de compositie vooruit stuwt, zo versterken de bassist en gitarist de zijflanken, en wordt Medes een perfect op elkaar afgestemde groep tropische vogels die zeker en vast op weg zijn naar een beloftevolle toekomst.

 

Waar de bezoekers waarschijnlijk nog met de grootste curieuzeneuze oren en ogen naar uitkeken was TaxiWars, of ook wel het nieuwe project van zanger Tom Barman (dEUS), saxofonist Robin Verheyen, bassist Nicolas Thys, en drummer Antoine Pierre. Barman – ja, die ouwe rocker/ rakker – wat komt die nu in de jazz zoeken, vroeg niet alleen ik mij af. En eerlijk gezegd vraag ik het me nog steeds af. Zolang hij niet in de micro schreeuwde of één of andere vorm van parlando uitkraamde (wat jammer genoeg het geval was in de meerderheid van de liedjes), slaagde TaxiWars er in een aangename, soms zelfs ietwat duistere en onheilspellend mistige gloed de tent in te laten dwalen. Extreem sprekende nummers die tot in de uiterste plooiingen strak zaten werden helaas veel te snel afgewisseld door schreewerij en aandachtstrekkerij (althans van Barman’s kant). (Of lag het hier ook wat aan het camera-werk, waarbij Barman – al was het maar zijn schouder of neus – nooit het scherm verliet.) En toch is het interessant je af te vragen hoe dergelijke combinatie van Robin Verheyen’s bescheidenheid (ondanks diens internationale gegeerdheid) en Barman’s arrogantie tot zo een (zeker instrumentaal) geslaagde samenwerking kon leiden? Of zoals Bart Maris het eerder die middag stelde: van waar ontsprong die samenwerking? Zoeken muzikanten elkaar zelf op of bevindt er zich ergens een organisator in het middenveld? Beide mogelijkheden doen niets af aan de kwaliteit van de muziek zelf, maar het blijft een interessante vraag naar de werking van de hedendaagse jazz-scene. Een vraag die ik later die avond aan de allergrootsten stellen mocht: Ibrahim Maalouf.

 

Tja, wat kan ik zeggen? Ibrahim Maalouf – “Hi, I’m the Arab guy!” – is niet alleen off stage de vriendelijkheid en bescheidenheid zelve, maar vooral on stage creëert hij een zodanige sfeer van muzikale genialiteit en eenheid dat het gewoonweg onmogelijk is dat de symbiose tussen hemzelf en de andere muzikanten, alsook tussen hemzelf en zijn eigen instrument en spanningsveld ooit ophouden kon. En inderdaad, de man bleef maar gaan. Wel drie keer kondigde hij een nummer aan met de woorden: “And this is our last song of the night”, maar nee, het publiek wou en kreeg meer. De unieke samenstelling van vier trompettisten (waaronder hijzelf), een pianist, drummer, gitarist, en bassist – die tijdens het aangrijpende nummer ‘Beirut’ werd voorgesteld als en weinig hoefde onder te doen voor John Paul Jones, gewezen bassist van Led Zeppelin – waren meesterlijk op elkaar afgestemd. Elk register werd aangesproken en mogelijk geluid uitgebuit waardoor onmogelijk lijkende combinaties plots wonderwel bleken te klinken. Arabische melodieën ondersteund door een doedelzakspeler en aangedikt met de typische 80’s hardrock riff die plots door Maalouf’s enkele stem en later door de hele tent gefloten werd, ja, ook dát is jazz! Het respecteren van de traditie maar met oog op vernieuwing en persoonlijke evolutie –  “jazz doesn’t stop, it will never be stuck in one moment or melody” – zo ziet hij de jazz evolueren. En als dat kan op Maalouf’s composities, dan kijken wij méér dan uit naar de jazz-toekomst (zeker met andere gevestigde waarden zoals Tigran Hamasyan en de trompetist Avishai Cohen aan diens muzikale zij)!

 

Foto's: Ibrahim Maalouf, (c) Christian Overdeput;
             Avishai Cohen, (c) Bruno Bollaert;
             Medes, (c) Bruno Bollaert.

↓  GERELATEERDE ARTIKELS  ↓