Cultuurplatform
van Urgent.fm
en cultuur- en onderwijspartners van de stad Gent

contact
partners

REVIEW ODEGAND BY NIGHT

REVIEW | NONE
za 27.09.2014 | 20:00

door Sam De Brabander

Sinds vorig jaar heeft Odegand, de traditionele opener van het cultuurseizoen tijdens Gent Festival van Vlaanderen, er een nachtelijke tegenhanger bij. Odegand By Night verkent in enkele nocturnes de schemerzone tussen klassiek en elektronisch, waarbij een samenwerking tussen Detroiticoon Derrick May en het Symfonieorkest van Vlaanderen de absolute climax vormt. Alsof de plaats van het gebeuren (een prachtig verlichte Sint-Annakerk) nog niet zou overtuigen, loonde het ook de moeite om van de andere acts te proeven. Tumult.fm hopte van de ene locatie naar de andere en nam enkele winnende duo’s mee op sleeptouw.

 

Ook vorig jaar stippelden we al een tumultroute uit die een brede kijk moest geven op de veelzijdige programmatie van Odegand By Night. Het torenhoge cliché ‘kiezen is verliezen’ was toen al op zijn plaats en dat is voor #OBN14 niet anders. Het is wikken en wegen tussen de verschillende acts doordat je automatisch moet schrappen in het aanbod (dat uit een beperkt aantal opvoeringen bestaat). Maar eenmaal je keuze vastligt, is het gezellig wandelen door de Gentse binnenstad. De locaties liggen immers nooit ver uit elkaar en overal zie je mensen die zich gemoedelijk een weg banen naar hun volgende bestemming. Even het noorden kwijt? Eén van de vele vriendelijke medewerkers, die in een zwart coup d’etat-pak zijn gehesen, helpt je opnieuw de weg te vinden.

 

Onze route hield eerst halt bij de Universitaire Filmzaal Film Plateau, waar je je in de roodfluwelen cinemazeteltjes kon nestelen voor Nacht und Träume. Zij selecteerden uit het romantische oeuvre van Duitse componisten zoals Wagner en Schubert om het vervolgens te herleiden naar hun essentie: een stem en een piano. Geen barokke bombast dus, maar een eenvoudig samenspel tussen de Maene van Adriaan Jacobs en de basso van Charles Dekeyser. Vooraf werd gevraagd om niet te applaudisseren tussen de verschillende werken, wat ervoor zorgde dat de stevige basstem van Dekeyser je telkens in absolute stilte achterliet na een stuk. Het werd daardoor wel heel intieme opera, die dankzij de keuze van de composities en de complementaire suggestieve visuals zo mooi opbouwde. Het mondde uit in een klassiek bad waarin je zo’n dertig minuten werd ondergedompeld om nadien in gemoedelijke abendstimmung je tocht weer verder te zetten.

 

Was Nacht und Träume vooral klassiek van aard, dan zou Keda andere oorden verkennen. In de Minard Schouwburg kon je immers terecht voor een mix tussen de elektronische geluiden van Mathias Delplanque en het oosterse snaarwerk van de Koreaan E’Joung-Ju. Die laatste bespeelde de geomungo (zie foto), een houten instrument dat je meteen doet wegdrijven naar daar waar de zon opkomt. Bij aanvang zorgde de Aziaat eerst nog voor een ingetogen sfeer met een langzaam tokkelen, waarna hij dat inruilde voor een meer complex snarenspel. Je werd in drie lange en uitgesponnen nummers in een afgesloten ruimte gedreven waarin de tijd trager voorbij schrijdt. De warme en diepe samples waarmee Mathias Delplanquede geomungo begeleide, versterkten dat gevoel. Zelfs de Afrikaanse percussie die hij integreerde, schudde je niet wakker, maar zorgt net voor een coherente crossover tussen Afrika, Europa en Azië.

 

De kleine grandeur van de Minard moest na een half uur alweer wijken voor de degelijkheid van de Handelsbeurs. Met stip genoteerd stond daar de doorlopende jam van Francesco Tristano, Bachar Khalifé en Pascal Schumacher. Het was voor deze tumultroute fysisch onmogelijk de hele set mee te pikken, maar wat we zagen getuigde van grote klasse. Vorig jaar nog imponeerde Tristano nog solo in de UFO (UGent) en een zinderende afterset in Baar, nu deed hij een triootje en vond zijn gelijken op het podium. Het was aangenaam luisteren hoe de Libanese percussionist Khalifé met marimba en drums een sterke tandem vormde met het glockenspiel van Schumacher. Beide artiesten bouwden stapsgewijs aan een compositie en kregen na verloop van tijd ook het publiek op hun hand. Tristano tilde vervolgens de jamsessie naar een hoger niveau door zowel de piano als synths te bespelen, nu en dan tegelijkertijd. Het geheel deed beide iconen van de Luxemburgse jazz spontaan glimlachen en de toeschouwers hunkeren naar meer. Zij waren duidelijk klaar voor de grote finale in de Sint-Annakerk.

 

De kerken lopen leeg, maar voor technogoden als Derrick May mogen de tempels nog eens vol lopen. Toch bracht het slotstuk dit jaar iets minder mensen op de been. Sloten technopionier Jeff Mills en het Symfonieorkest van Vlaanderen de eerste editie nog af voor een vol huis van God, dan was het nu minder drummen om door de poorten van Sint-Anna heen te komen. De kerk zelf was er niet minder om verlicht. Het leek alsof er rode nevel vanuit de gewelven neerdaalde en de Bijbelse muurschilderingen in een wollige wolk hulde. Terwijl de meesten zich nog vergaapten aan dit tafereel, ontvingen anderen Dzijan Emin en zijn orkest onder applaus. Eenmaal gezeten kwam ook de grootmeester zelf ten tonele en plaatste zich aan wat vermoedelijk een 808 moet zijn geweest. Het collectief begon heel sterk aan hun symbiose, dat haast elke periode uit het oeuvre van May coverde.

 

Toch zou het woord coveren zou teniet doen aan het unieke karakter van deze performance. Het moet gezegd dat de werken een breder cachet verkregen door het Symfonieorkest van Vlaanderen. Bovendien gingen de partituren van het orkest duidelijk een pak verder dan de oorspronkelijke producties. In sommige climaxen hoorde je zelfs verre echo’s van een producer als Amon Tobin – niet meteen iemand die je associeert met het werk van Derrick May. Een idee voor volgende editie, misschien?

 

Lof over de hele lijn dus, maar toch haalde niet elk stuk steeds hetzelfde niveau doordat ze halverwege al eens aan energie ontbraken of bepaalde elementen sterker op de voorgrond mochten treden. Zo konden de aria’s van de twee vrouwelijke sopranen best wat meer versterking gebruiken. Een langere set dan voorzien spelen was dus niet meteen nodig, maar iedere ziel die ook maar een beetje clubgeest in zijn lijf had zitten, hield vol tot die ene bewerking van ‘Strings of Life’. Het loonde, want door een sterk slotstuk en een guest appearance van Francesco Tristano, boeide deze OdeGand By Night tot op de eindmeet. Zij die nood hadden om zich volledig te geven op ‘Strings of Life’ merkten al snel dat dit een verloren zaak was door een krachtsgebrek van de uitvoering. Desalniettemin slaagde #OBN14 hier opnieuw met verve in haar opzet: verder kijken dan het gebruikelijke genredenken.

 

(foto's: Wouter Van Vaerenbergh)

↓  GERELATEERDE ARTIKELS  ↓