Cultuurplatform
van Urgent.fm
en cultuur- en onderwijspartners van de stad Gent

contact
partners

REVIEW | ON ICE | NEIN & CAMPO

REVIEW | EXPO
za 05.03.2016 | 18:30

door Ruth Devriendt

Huub Mous verkondigde het al in 1986: ‘Kunst van nu laat zich hermetisch opsluiten in musea en rijksdiensten. De socioloog Adorno heeft al eens opgemerkt dat de woorden museum en mausoleum meer dan alleen een fonetische relatie hebben: musea zijn de familiegraven van kunstwerken. Dat er een kloof bestaat tussen kunst en wetenschap is een gedachte die hoort bij zo’n familiegraf, de muffe en dode wereld van museumzalen, vol kunstwerken als mummies voor de yuppiecultuur en parfum voor het exportbeleid.’[1]

 

Dertig jaar later vormen de steriele en doods aandoende White Cubes nog steeds de ruimte bij uitstek om kunst tentoon te stellen. Om zo’n diepgewortelde conventie te doorbreken heb je niet alleen lef nodig. Je moet er ook risico’s voor nemen. ON ICE deed het, en wel met een duidelijke ironische knipoog. Want een expositie opstellen op een schaatsbaan is behalve een alternatief voor-, toch ook een White Cube op zichzelf, zijnde dan van de dynamische en vitale soort.


Aangekomen op de schaatsbaan konden we eerst toekijken hoe de kunstenaars zelf hun werk op het ijs duwden en positioneerden. Op zich vond ik dit al een interessant gegeven, omdat je als toeschouwer zelden tot nooit getuige bent van de 
sacrale opbouw van een tentoonstelling. Dat toonde voor mij een eerste zet in het doorbreken van de conventionele gang van zaken. 


Daarna werden we zelf uitgenodigd het ijs op te gaan. Ik hoopte van harte dat de kunstenaars een goede verzekering afgesloten hadden, want slalommen tussen de kunstwerken leek me niet zonder risico’s… voor de werken zelf dan.
Tijdens het schaatsen tussen de kunst en het kunstschaatsen door werden we verrast door verschillende performances. Daarnaast was er ook een dj voorzien die voor de nodige feestelijke ambiance zorgde. Het samenbrengen van de verschillende cultuurvormen zorgde voor een zeer toegankelijke en entertainende kunstbelevenis. Een ware verademing in vergelijking met de anders nogal droog aandoende tentoonstellingen en de daarbij horende saaie recepties.


Eindelijk verlaat de kunst zijn piëdestal en komt tussen de mensen en in het leven te staan. Eindelijk worden er in onze fusiemaatschappij linken gelegd tussen ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur. Eindelijk kan ik ook vrienden, die zich maar matig interesseren voor beeldende kunst, warm maken voor een vernissage en ze daarbij niet teleurstellen. Eindelijk 
moet je niet stil, serieus en nadenkend naar kunstwerken-achter-omheining schuifelen om die dan van op afstand te ervaren. Het kunstmatige van zo’n steriele kunstsetting gaat, oef, eindelijk mee met zijn tijd.

 

ON ICE vond ik een zeer geslaagd concept, waarbij ook de (meeste) werken de kunsttitel waardig zijn. Ik heb gigantische geschilderde katten kunnen bewonderen (Marlies DC) en van een geënsceneerde strandvakantie op een palmboomeiland, volpension (Rowan van As), kunnen genieten. Ik voelde me geactiveerd om prompt het leed de wereld uit te helpen en ontstemd door Bert Huyghe’s Bert Huyghe-pukken. Ook het werk van Ingeborg Deglein sprak me bijzonder aan. Met haar reusachtige fluorescerende hockey helmen, die ze voorzag van een zacht pelsje binnenin, liet ze me even dromen van een warm vachtje om mijn bevroren vingers en blauwige tenen in te duwen. Het had iets lieflijks. Ik wou het aaien. Tegelijkertijd voelde ik het ruwe spel- (gevechts-?)plezier van de hockeysport roepen. Het brood-en-spelen-concept werd me op slag duidelijk. Haar werk speelde goed in op de setting en het surrealisme dat in haar sculpturen schuilt leek bijna natuurlijk in de wereld van ijskoud schaatsvertier. Als er nog eens een Tarzan door de lucht zou hebben geslingerd, had ik het niet abnormaal gevonden. Toch niet ON ICE.

 



[1] Huub Mous, kunst en wetenschap passen best bij elkaar, de volkskrant, 20 november 1986

 

↓  GERELATEERDE ARTIKELS  ↓