Cultuurplatform
van Urgent.fm
en cultuur- en onderwijspartners van de stad Gent

contact
partners

Recensie The Hobbit: The Desolation of Smaug

NONE | FILM
vr 20.12.2013 | 15:15

door Sara Logghe

Hobbit Bilbo Balings (Martin Freeman) zet samen met dwergenkoning Thorin (Richard Armitage) en zijn volk de reis naar koninkrijk Erebor verder. Doel van de reis is het vroegere Dwergenkoninkrijk terug te veroveren van de draak Smaug. Hiervoor moeten ze door het gevaarlijke en misleidende Demsterwold. Ondertussen betreedt tovenaar Gandalf (Ian McKellen) het duistere Dol Guldur, waar een geestenbezweerder huist. Om The Hobbit: The Desolation of Smaug zo goed mogelijk te kunnen volgen –want als The Lord of the Rings beginneling is dat niet eenvoudig- bekeek ik als voorbereiding The Hobbit: An Unexpected Journey uit 2012 een weekje op voorhand nog eens opnieuw. Na enkele minuten kon ik besluiten dat dit soort films beter tot zijn recht komt in een cinemazaal.

 

The Desolation of Smaug is visueel sterker dan An Unexpected Journey. De gebruikte cameratechnieken en animaties zijn merkbaar detaillistischer wat voor een film als deze het verhaal versterkt. Zo zijn de reuzenspinnen van Demsterwold afschrikwekkend realistisch weergegeven en zorgen de cameratechnieken voor herkenbare spinnenbewegingen. Ook de orks zijn door de vele visuele details van hun monsterkoppen nog gruwelijker geworden. Het ondergrondse rijk van de bosnimfen is eveneens een visueel pareltje geworden. Al lijkt de jonge Legolas (Orlando Bloom) eerder een oudere versie van zichzelf. Even leek het er op dat de film veel verwijzingen naar The Lord of the Rings-trilogie zou omvatten, maar Bilbo Balings kon zijn “precious” ring enkele malen nuttig gebruiken na een aantal vervelende staarfases aan het begin van de film. Toegegeven, Gollem werd gemist. 

In tegenstelling tot deel 1 is The Desolation of Smaug veel minder een film om het verhaal wat dichter bij het einde van de Hobbit-trilogie te brengen. Indien je zoals Peter Jackson drie films wil maken op basis van een boek van nog geen 200 pagina’s, kan dit voorvallen. Toch gebeurt er in deze film meer dan enkel het afronden van hun tocht. De reis wordt beëindigd met een confrontatie met de draak die Erebor verlaat om de mensheid met een vuurzee te verrassen.
Een extra aan deze film is dat er in dit verhaal mensen aan bod komen. Zo is het een leuk weerzien met Stephen Frye als hebzuchtige Master of Laketown. Ook het liefdesverhaal tussen de knappe dwerg Kili (Aidan Turner) en de gracieuze bosnimf Tauriel (Evangeline Lilly) zorgt voor een meerwaarde in het verhaal.
Bilbo werpt zich in The Desolation of Smaug meermaals op als –hoe kan het ook anders- onhandige hobbit die door zijn intelligentie het leven van de dwergen meermaals kan redden. De groei van de duistere krachten die zich voorbereiden op een oorlog (The Lord of the Rings), wordt parallel weergegeven met de verharding van het karakter van dwergenkoning Thorin. Hoe dichter hij bij de arkenstone komt, hoe meer hij Bilbo enkel voor het stelen hiervan lijkt in te zetten.

 

Kortom The Hobbit: The Desolation of Smaug is vooral een visueel meesterwerk geworden. Het verhaal zorgt niet op elk moment voor evenveel voldoening want Bilbo Balings slaagt er vooral telkens opnieuw in om het vel van de dwergen te winnen. Toch is dit tweede deel vooral een spannende film geworden dat Bilbo en zijn dwergenvrienden tot in Erebor brengt mét een aantal nieuwe elementen tegenover An Unexpected Journey, zoals het liefdesverhaal en de rol voor de mensheid. Hierdoor is The Hobbit: The Desolation of Smaug naar mijn bescheiden mening een “betere” film dan film 1 van de Hobbit-trilogie. Het is nu al uitkijken naar The Hobbit: There and Back Again. Al is het maar de vraag wat J.R.R. Tolkien ervan zou vinden…

↓  GERELATEERDE ARTIKELS  ↓